De selectie van de korrelgrootte van het schuurmiddel houdt voornamelijk rekening met de slijpefficiëntie en de vereisten voor de oppervlakteruwheid van het werkstuk. Over het algemeen kunt u kiezen op basis van de volgende punten.
â Wanneer de nauwkeurigheid van de bewerking van het werkstuk hoog is, is de waarde van de oppervlakteruwheid laag, moet het slijpgereedschap met fijne korrelgrootte worden gekozen. Hoe kleiner het schuurmiddel is, hoe meer schuurmiddel bij het snijden betrokken is, hoe kleiner de resterende schuursporen op het werkstukoppervlak en hoe lager de oppervlakteruwheid. De keuze van de grootte van het schuurmiddel moet echter ook in samenhang met de gebruikte slijpomstandigheden worden overwogen. Grovere korrelgroottes kunnen ook worden gebruikt om lagere waarden voor de oppervlakteruwheid van het werkstuk te verkrijgen als de gekozen slijphoeveelheid klein is en de schijf fijn getrimd is.
Wanneer deslijpgereedschapen het contactoppervlak van het werkstukoppervlak is relatief groot, of de slijpdiepte is relatief groot, moet grof schuurmiddel kiezen. Grove schuurmiddelen hebben minder wrijving met het werkstukoppervlak en genereren minder warmte. Daarom kan, wanneer het oppervlak van de slijpschijf wordt gebruikt voor vlakslijpen, de gekozen korrelgrootte van het slijpmiddel grover zijn dan wanneer de omtrek van de slijpschijf wordt gebruikt voor vlakslijpen.